
Het kan nog net, de goede voornemens delen met de medemens. Die van het team Talent zijn gestolen van de toegegeven ietwat cynische schrijver/columnist Arnon Grunberg. Zijn adviezen – gegeven aan collega-schrijver Remco Campert – zijn ook of juist ook voor mensen die met kinderen werken zeer geschikt. Onderwijzers, vakleerkrachten en trainers en coaches in de sport, allemaal zouden ze de intentie moeten hebben om kinderen tot volle wasdom te laten komen en ze met plezier te laten deelnemen aan sport en bewegen. Aangezien Grunberg slechts 250 woorden mag gebruiken ben ik zo vrij geweest een eigen uitleg en toelichting erbij te geven.
Advies 1.
Luister naar iedereen en spreek zo min mogelijk over jezelf – Ben jij je bewust (als docent/trainer/coach; overal waar ik de lezer aanspreek met je of jij, bedoel ik mensen uit deze doelgroepen) hoe, hoeveel en wat je communiceert tijdens een les of training? Weet je wat precies de behoefte is van elk kind en waarom het bepaalde gedragingen vertoont? Goede coaching is proberen dat wat in potentie aanwezig is in het kind te ontwikkelen en niet dat wat jij kent of weet over te brengen. Probeer dit eens: ‘Ask don’t tell’
Advies 2.
Bestrijd de eigen ijdelheid – Wees je ervan bewust dat het niet om jou gaat. Je hebt ervoor gekozen in een dienende rol te gaan, hou het daar dan ook bij. Verbind winnen of verliezen niet aan persoonlijke waarden maar stel ontwikkeling en plezier voorop. Het succes van een team is vooral de verdienste van het team, verlies is grotendeels aan jou toe te schrijven.
Advies 3.
Ga er niet vanuit hoe de dingen zouden moeten zijn maar analyseer hoe de dingen moeten zijn – Vermijd in je coaching en gedachten het woord ‘als’. Analyseer continu en breng in kaart wat nodig is om te ontwikkelen en te verbeteren. Ik neem als voorbeeld het geboorte-maandeffect. Al jaren weten we dat het bestaat en bijna overal waar ik kom hoor ik dat er meer aandacht voor zou moeten zijn. Echter in de praktijk gebeurt dit niet. Dit is een gemiste kans en leidt tot valse identificatie (talenten worden gemist). Analyseer waarom het fenomeen plaatsvindt en stel vervolgens concrete plannen op om in 2016 verbetering aan te brengen.
Advies 4.
Wees flexibel en onthecht – Geef kinderen de ruimte om zich te ontwikkelen. Hou niet star vast aan datgene dat je hebt bedacht, maar heb oog voor de behoefte van het kind. Ben jij niet (meer) in staat een kind goed te begeleiden durf dat dan toe te geven en organiseer andere begeleiding. Een les of training die niet goed loopt is maar zelden de schuld van de deelnemers.
Advies 5.
Stel het oordeel over de ander zo lang mogelijk uit – ‘Ach hij zit wel op voetbal maar een talent is het niet’. Deze opmerking over 4 tot 6 jarige kinderen heb ik afgelopen jaar net iets te veel gehoord. Een goed oordeel over de potentie van een kind kan pas gegeven worden als kinderen de ruimte en tijd hebben gekregen om zich te ontwikkelen. ‘What you see is not always what you get’, in de woorden van Rasmus Ankersen. Wees ervan bewust dat huidige prestaties zeker op jonge leeftijd maar voor een deel een voorspeller zijn voor presteren op latere leeftijd. Achterhaal wat een kind al gedaan heeft, wie was de vorige begeleider, zijn er broertjes of zusjes, etc? We vormen ons snel een beeld van kinderen en vanuit de psychologie weten we dat we zo een beeld niet snel kwijt raken (selffulfilling prophecy). Oordeel dus niet te snel en probeer naast subjectieve ook objectieve instrumentaria te gebruiken om de kwaliteiten van een kind vast te stellen.
Het team Talent van HAN Sport en Bewegen heeft een droom en daar zijn we steeds uitgesprokener in. Hoe mooi zou de wereld eruit zien als elk kind de potentie waar kan maken? Daar een bijdrage aan leveren is de dagelijkse drive van het team Talent. In 2016 proberen we samen met u weer een stapje dichter bij deze droom te komen en hopelijk ontmoeten we elkaar op dit blog of op ons symposium op 21 januari!
Een goed en eigenzinnig 2016 gewenst!