
In de samenleving is er de afgelopen tijd een aardige discussie ontstaan over het (verplicht) invoeren van meer beweegonderwijs op basisscholen. In het voorstel van SP-kamerlid Van Nispen in de Tweede Kamer gaat het zelfs om 3 uur per week ‘meer en beter’ beweegonderwijs. Dat lijkt een goed idee en om dit idee politiek beter te kunnen pitchen heeft de SP recentelijk onderzoek laten doen naar de maatschappelijke effecten ervan. Dit onderzoek, uitgevoerd door Regioplan, is aardig, maar gaat vooral over de (positieve) effecten meer bewegen/sporten. De kennis daarover is grotendeels ook al in kaart gebracht door Kenniscentrum Sport en Ecorys.
Er blijven wel enkele grote vragen over die Regioplan niet (voldoende) adresseert. De eerste gaat over additionaliteit: hoeveel méér kinderen gaan er (voldoende) sporten door de extra sportlessen? Zeker omdat er een plafond zit aan het percentage kinderen dat voldoende beweegt. Momenteel voldoet zo’n 55% van de kinderen tussen de 5 en 11 aan de beweegnorm. En meer dan 7 van de 10 middelbare scholieren zit op een sportclub. Dit aandeel laat echter wel een vrij scherp dalende trend laat zien, waarmee de urgentie voor actie op dit gebied wel duidelijk lijkt.
Een tweede probleem dat niet benoemd wordt in het rapport is dat van verdringing: kan veel sporten op school er ook toe leiden dat kinderen minder elders gaan sporten, bijvoorbeeld op sportclubs? Deze twee issues moeten ook worden meegenomen worden in het verder uitwerken van ideeën om het beweegonderwijs in Nederland te verbeteren. Want ook al is er nog vooralsnog maar weinig bewijs voor lange-, maar ook korte-termijn effecten, dat neemt niet weg dat het een veelbelovend wetsvoorstel is. Waarom daarom niet snel beginnen met pilots en het monitoren van effecten, ook van (lokale) interventies uit het verleden.
Al met al kan goed beweegonderwijs, zowel kwalitatief en kwantitatief, een belangrijke pijler zijn voor een lang, gezond en gelukkig leven. Maar dan wel graag als onderdeel van een breder, integraal verhaal, met ook belangrijke rollen voor ouders en verenigingen, en waarbij het plezier in sport en bewegen centraal staat.
Willem de Boer is onderzoeker en docent aan de HAN op het expertisegebied Sports Economics & Strategic Sports Management. Hij doet onderzoek naar economische aspecten rondom sport, zoals de relatie tussen contributieverhoging en ledenaantal of de baten en kosten rondom grote sportevenementen.
Heeft u naar aanleiding van dit bericht meer interesse gekregen in bewegen, wellicht is de opleiding ‘Bewegen moet je leren‘ dan wel iets voor u!
Geef een reactie