Nauwelijks een week onderweg in Sochi en het regent val- en struikelpartijen. Zo kon Cheryl Maas niet in balans blijven op de slopestyle en struikelde Stefan Groothuis op de 500 meter over zijn eigen schaatspunten. Maar ook de shorttracksters konden hun dromen niet waarmaken, omdat een valpartij hen belemmerde in het halen van de finale.”Daar heb je dan al die jaren voor getraind…”, denk ik dan. “…je leven opgeofferd voor dit ene moment waarop het dan niet lukt.” Wat ik wel weet, is dat deze sporters niet op handen en knieën over de sneeuw of het ijs glijden vanwege een gebrek aan training. Gemiddeld genomen hebben zij maar liefst 10.000 uren getraind.
Wat denk je eigenlijk op het moment dat je valt? Ben je je op dat moment gelijk bewust van de consequenties? Denk je meteen “daar gaan al mijn jaren investering”? En wat te denken van het moment daarna? Zit je dan, net als in een rouwperiode, eerst in een ontkenningsfase? Ben je meteen boos op jezelf, omdat je het niet waarmaakte op het moment dat het moest? Of voel je schaamte richting je coach, die al die uren in jouw ontwikkeling heeft geïnvesteerd? Eén ding is zeker: vallen doet pijn.
Maar niet gevreesd. Een (uitdagend) doel bereik je vrijwel nooit zonder slag of stoot. Conrad Hilton zei daarover: “Succes seems to be connected with action. Succesful men keep moving. They make mistakes, but they don’t quit.” Een erg fijne uitspraak, omdat hij uitgaat van een growth mindset. Geloven dat je jezelf kunt ontwikkelen en verbeteren door training, oefening en ervaring. Dit staat lijnrecht tegenover een fixed mindset, die zegt dat een prestatie iets is waar je niet zoveel aan kunt veranderen, omdat ‘je nou eenmaal zo geboren bent’.
Carol Dweck schreef hierover het boek ‘Mindset’, waarin zij de waarde van training benadrukt. Want bovenstaande sporters zouden niet de eersten zijn die na een val, toch een medaille veroverden op een volgende wedstrijd.