
De Volkskrant berichtte op 9 april 2016 over een innovatieve afslankgadget: de trilvork. Deze vork registreert eetgedrag en waarschuwt je wanneer je te snel eet. Hierdoor ga je langzamer en minder eten, wat je kan helpen om af te vallen. Het idee erachter is, dat je je weer bewust wordt van je automatismen en dit gaat aanpassen naar wenselijk(er) gedrag. Wat zijn de mogelijkheden van zo’n trilvork op het sportveld?
Zit je hand op dit moment aan de muis, zit je met één hand aan je oor of ben je aan het fronsen? Hoe bewust ben je je van de manier waarop je dit blog nu leest? De hele dag door vertoon je gedrag dat je hebt geautomatiseerd. Je brein is dusdanig efficiënt, dat het jou geen expliciet signaal meer afgeeft over wat je precies aan het doen bent; je doet het gewoon. Ooit heb je jezelf dit gedrag aangeleerd, maar inmiddels heb je niet meer door dat je het doet en hoe je het precies doet.
Op het sportveld geldt dat op een gegeven moment voor iedereen. Je hebt al zo vaak een forehand geslagen, op een bepaalde manier gerend of met rechts een bal aangenomen; ‘zoiets doe je op automatisme’, is de veelgehoorde kreet. Sporters kunnen al vanaf jonge leeftijd automatismen bezitten in gedrag of (motorische) vaardigheden. Dit geldt ook voor tactische of mentale vaardigheden: de manier waarop je anticipeert op de actie van je tegenstander of je gedrag dat je vertoont wanneer iets wel of niet lukt, is iets dat je op den duur ‘als vanzelf doet’. Als je het maar vaak genoeg herhaalt, maakt je brein stevige verbindingen die dit veroorzaken. Dit is prettig, want het voorkomt dat je steeds moet nadenken over hoe je ergens mee om kunt gaan of hoe je iets moet doen. Met andere woorden: je hebt je eigen comfortzone gecreëerd (plaatje rechts ter illustratie).
Er zijn echter situaties waarin je geautomatiseerd gedrag weer wilt afleren. Bijvoorbeeld wanneer je merkt dat je met een bepaalde beweging meer rendement haalt of een betere prestatie kan leveren. Of dat je met een bepaalde tactiek niet meer verder komt. Dit is het moment dat de trilvork van pas zou kunnen komen. De trilvork, zo is te lezen in de Volkskrant, waarschuwt je wanneer je eetgedrag vertoont dat je zelf niet meer door hebt.
Het zou voor een sporter toch ook handig zijn, wanneer je je eigen trillende vork kan creëren? Dus: even bewust worden van je gedrag, zodat je het kan veranderen of aanscherpen, om daar een betere prestatie door te leveren.
Jouw brein als trilvork
Je coach kan natuurlijk voor trilvork spelen: hij of zij kan bijvoorbeeld jouw naam roepen op het moment dat je het gedrag vertoont. Loop eens langs een random sportveld en je hoort ‘Nu doe je het weer!’, ‘Let nou op, je staat weer verkeerd!’ of ‘Over je schouder kijken!’. Dit kan natuurlijk heel effectief zijn, want het maakt je meteen bewust van waar je mee bezig bent. We weten alleen dat het nog veel effectiever wordt, wanneer jouw brein jou zélf kan waarschuwen. Jouw brein als trilvork dus.
Het codewoord hierbij is monitoren: in de gaten houden of je ‘goed bezig bent’ én hierop anticiperen. Sporters kunnen dit als storend ervaren: je bent net lekker bezig en dan moet je opeens gaan nadenken over hoe je iets precies doet. Je doet het toch op gevoel, en dat is toch goed? Ja en nee. Op gevoel sporten is natuurlijk prima en fijn, maar als je écht iets wilt veranderen aan jouw techniek, tactiek of mentale gesteldheid, dan zal je je brein er eerst bewust van moeten maken. Dan nu de hamvraag: hoe doe je dat?
Een relatief eenvoudige start is jezelf op vaste momenten de vraag stellen hoe iets gaat en wat je eventueel nog kunt veranderen om tot een betere prestatie te komen. Bijvoorbeeld als je even stilstaat bij een oefening of als je de bal even niet hebt. Zet eens een kruis op je hand, dat staat voor het automatisme dat jij wilt veranderen. Als je oog tijdens het oefenen op dit kruis valt, helpt je dat om jezelf een monitorvraag te stellen.
Een andere manier is om op het moment suprême bewust te zijn van de manier waarop je beweegt of handelt. Dat betekent dat je van tevoren goed moet weten wanneer je in een bepaalde situatie terechtkomt of wanneer je het automatisme vertoont. Een handig hulpmiddel hierbij is het bekijken van een video, waarop precies te zien is wat jij ‘steeds’ doet. Eenmaal bewust van het juiste moment, dwing je jezelf vervolgens te focussen op je automatisme.
Wil je als coach of begeleider de rol van trilvork spelen, probeer dan eens een vraag te stellen, in plaats van een directieve opmerking te maken. Bijvoorbeeld: ‘Hoe deed je het net?’ of ‘Hoe ging het’? Ook dit helpt het brein van de sporter namelijk te veranderen.
Let wel even op: een veelgehoorde ‘klacht’ in dit proces is dat de prestatie in eerste instantie verslechtert. Zelf maakte ik dat ook mee toen ik met tennis een top-spin service moest leren slaan: de bal ging alle kanten op, kwam soms zelfs voor het net of over het hek terecht en het voelde heel oncomfortabel. Maar al gauw bleek dat het de investering waard was. Gaandeweg maakte ik van deze manier van serveren een automatisme en maakte ik meer punten door een betere service.
Leren monitoren is een essentieel onderdeel van de didactische methode ZIPcoach. Volg ZIPcoach op Twitter: www.twitter.com/ZIPcoach_NL
Geef een reactie