
In veel sporten maken als talent bestempelde sporters rond hun achttiende levensjaar deel uit van een professioneel talentontwikkelingsprogramma. Niets was echter minder waar voor één van de meest succesvolle triatleten aller tijden Natascha Badmann. Op haar zeventiende werd ze moeder en enkele jaren later was ze een rokende, iets te zware secretaresse. Een toenmalige collega, later partner en trainer, gaf haar leven echter een grote wending. Hij zag in haar een ruwe diamant en ondersteunde Badmann naar grote successen. Badmann won uiteindelijk namelijk maar liefst zes maal het wereldkampioenschap hele triathlon op Hawaii.
Deze triathlon, ook wel Ironman genoemd, is de belangrijkste hele triathlon van de wereld over een afstand van 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en het lopen van een marathon. Het succesverhaal van Badmann staat niet op zichzelf. Zo begonnen ook Chrissie Wellington en Marinda Carfrae, samen tot nu toe goed voor zeven overwinningen op Hawaii, beide op latere leeftijd aan triathlon. Laatstgenoemde liep daarbij in 2013 en 2014 een snellere marathon tijd dan de eindwinnaar bij de mannen!
Voor alle drie deze atletes gold dat ze tijdens het zwemmen het tijdsverlies probeerden te beperken om vervolgens op het fietsen en lopen de wedstrijd naar hun hand te zetten. Deze wedstrijdopbouw is logisch te verklaren doordat deze atletes pas op latere leeftijd zijn begonnen met zwemmen. Zwemmen is van de drie onderdelen van een triathlon verreweg de meest technische sport. Deze technische vaardigheden zijn op latere leeftijd niet eenvoudig om aan te leren. Voor een atleet die op latere leeftijd begint met zwemmen is het dan ook nagenoeg onmogelijk om net zo snel te zwemmen als de atleten die dit al vanaf jonge leeftijd doen. Een Ironman biedt echter voldoende ruimte om het tijdverlies van het zwemmen goed te maken.
De Olympische triathlon, over 1500 meter zwemmen, 40 kilometer fietsen en 10 kilometer hardlopen, biedt weinig ruimte om het tijdverlies van het zwemmen goed te maken. Bovendien is op de Olympische afstand stayeren toegestaan. Atleten mogen door deze regel in groepen fietsen. Deze afstand wordt hierdoor gedomineerd door sterke zwemmers die na het zwemmen een fietsgroep vormen. Het merendeel van de toppers op de olympische afstand is op jonge leeftijd begonnen met zwemmen. Mede hierom is het extra interessant om te zien hoe voormalig schaatsster Pien Keulstra zich gaat ontwikkelen op deze afstand. Zij werd in 2011 nog Nederlands kampioen op de 3000 en 5000 meter schaatsen, maar heeft sinds dit jaar helemaal gekozen voor de triathlonsport. De overstap van Keulstra is niet zonder succes, want eind mei werd ze door een sterk fiets- en looponderdeel al Nederlands kampioen op de Olympische afstand. Internationaal ligt het zwemniveau een stuk hoger dan in Nederland en daar ligt voor Keulstra dan ook de grootste uitdaging. Mocht het op de Olympische afstand niet lukken de aansluiting te vinden bij de top dan kan ze het proberen op de Ironman, waar haar sterke fietsonderdeel zeker van pas gaat komen.
Wat leren bovenstaande voorbeelden ons? Dat het voor triathlon en in het bijzonder de Ironman afstand voor het behalen van de top niet noodzakelijk is om op een jonge leeftijd te beginnen. Keulstra zal ons inzicht geven in de vraag of het ook mogelijk is om op latere leeftijd een succesvolle atleet te worden op de Olympische afstand. De uitdaging die ze aangaat is groot, maar met plezier in de sport lukt het haar hopelijk om succesvol te zijn in deze missie.
Geef een reactie