
“Ligtlee stunt met goud op de keirin”, kopte de NOS tijdens de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, een fantastisch resultaat voor de bijzonder samengestelde baanwielrenploeg uit Nederland. Op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro bestond de Nederlandse baanwielrenploeg namelijk uit BMX’ers (Hoogland en Ligtlee), een atleet (Van ’t Hoenderdaal) en een schaatsster (Van Riessen). Dit concept wordt inmiddels in Nederland in bepaalde takken van sport toegepast, echter is Nederland niet het eerste land dat gebruik maakt van het zogenoemde begrip ‘Talent Transfer’. In de Britse en Australische olympische ploegen is dit namelijk al een goed geïntegreerd begrip. In Vancouver, waar in 2010 de Olympische Winterspelen plaatsvonden, bestond het Australische bobslee team volledig uit transfer atleten.
Talent transfer houdt in dat een (sub)top atleet de overstap maakt van de ene sport, de donorsport, naar een andere sport, de transfersport, met als doel beter te presteren in de transfersport. Maar kan iedereen zomaar een transfer maken naar een andere sport? Ja, iedereen kan overstappen, maar niet iedere transfer pakt altijd even succesvol uit. Een aantal voorbeelden van succesvolle transfers (Roglic en Kamphuis), maar ook van wat minder succesvolle transfers (Pereiro en Jordan);
De wielrennende schansspringer Primoz Roglic werd in 2016 tweede in de proloog van de Giro d’Italia. De voormalig schansspringer ontdekte zijn talent voor wielrennen tijdens een revalidatie periode. In het schansspringen was hij ook niet onsuccesvol, in 2007 werd hij wereldkampioen bij de junioren. In 2011 moest hij noodlottig een punt achter zijn carrière als schansspringer zetten wegens een zware val.
De voetballende wielrenner Oscar Pereiro won de Tour de France van 2006. In 2010 besloot hij afscheid te nemen van het wielrennen, na een harde val kon hij zijn oude vorm niet weer terugvinden. Na zijn afscheid van het wielrennen stapte hij over naar het voetballen en tekende een contract bij Coruxo FC (Spaanse derde klasse), echter is hij in deze tak van sport nooit zo succesvol geworden als hij als wielrenner was.
De bobsleeënde meerkampster Esmé Kamphuis eindigde in de tweemansbob net buiten de medailles op de Olympische Spelen in Sotsji. Niet onverdienstelijk, want voor de Nederlandse standaard was dit de beste prestatie ooit in de bobslee. Op de atletiekbaan sleepte ze als juniore verscheidene medailles in de wacht, maar blessures gooiden roet in het eten om echt door te breken als meerkampster. Ze stond op het punt om haar atletiek carrière stop te zetten, maar werd toen gevraagd om aan te sluiten bij het bobslee team.
De honkballende basketballer Michael Jordan nam voor het eerst afscheid van het basketbal in 1993. Jordan had zijn plezier in het basketbal verloren en wilde een andere droom voortzetten, namelijk spelen in de Major League Baseball. Hij ging spelen bij de White Socks, maar werd toegewezen aan de minor league. Door een helaas niet succesvolle carrière en aanhoudende stakingen bij de MLB, keerde hij in 1995 terug in het basketbal en werd één van de grootste spelers aller tijden.
Om succesvol een transfer te maken is het belangrijk dat de transfersport vergelijkbare factoren bevat als de donorsport. Voorbeelden hiervan zijn lichaamsbouw, energiesystemen waar een beroep op wordt gedaan, motorische en technische vaardigheden, tactiek en spelinzicht en psychologische factoren. Echter is er nog niet heel veel bekend over welke sporten meer geschikt zijn voor transfer dan anderen. Desalniettemin is talent transfer een mooie tweede kans voor atleten die niet tevreden zijn over hun huidige prestaties in hun sport of voor degenen die op zoek zijn naar een nieuwe uitdaging. Dus misschien zien we over een paar jaar Usain Bolt voetballen in de Premier League bij Machester United. Zou hij zijn droom kunnen waarmaken om na zijn sprintcarrière profvoetballer te worden?
Deze blog van Jessica Klunder is geschreven i.s.m. co-auteurs Naomi Welling en Karin Koelmans. De blog is de eerste in een drieluik over ‘Talent Transfer’. Op woensdag 12 april verschijnt op Gouden Kansen de tweede blog. Een week later de derde.