
Het is op 3 november jl. bij de viering van het 100-jarig bestaan van het NOC*NSF op Papendal wederom duidelijk gemaakt: sport is van enorm belang voor iedereen maar zeker ook voor kinderen. Waar het vroeger een voorrecht was om te sporten, zijn we ervan overtuigd dat het in de huidige samenleving een recht zou moeten zijn.
Dit was ook het thema van de dag: van voorrecht naar recht. Toch zijn nog lang niet alle kinderen lid van een sportvereniging. Vooral in de middelbare schoolleeftijd haken veel kinderen af. Redenen voor stoppen met sport zijn veelzijdig maar het verliezen van het plezier in de sport is een van de belangrijkste. Een belangrijke vraag is: waarom vinden kinderen hun sport niet meer leuk? Het zou heel goed kunnen dat dit samenhangt met de tak van sport die ze beoefenen. Niet alle sporten zijn gelijk en ook de sfeer van hoe mensen met elkaar omgaan kan per sport verschillend zijn.
Beoefenen kinderen wel die sport die het beste past bij hun kwaliteiten? Als deze vraag met ‘nee’ wordt beantwoord, is de kans groot dat ze minder doelgericht zijn, minder intrinsiek gemotiveerd zijn om te blijven sporten en zullen ze waarschijnlijk sneller afhaken. Dit zou niet het geval hoeven zijn als ze op een sport zitten die beter bij hen past, waar ze meer succeservaringen hebben en er meer plezier aan kunnen beleven. Zeker ook vanuit het oogpunt van talentontwikkeling is dit essentieel. Kinderen kunnen alleen hun potentie in een bepaalde sport waarmaken als ze ook daadwerkelijk in aanraking komen met die sport en er veel tijd en energie in kunnen steken. De verwachting is dan ook dat een slimme sportkeuze op termijn eveneens bijdraagt aan het verhogen van het niveau van de Nederlandse topsport.
Geef een reactie