
In de trailer van de docu over wereldster Ronaldo zit een scene waarin Ronaldo zijn zoontje nogal kortaf aangaf dat zijn wens om keeper te worden een belachelijke was. En ergens snap ik het wel: de wereldspits die elke dag geniet van zijn faam wil natuurlijk niet dat zijn zoontje ‘de opponent of vijand’ wordt of wellicht ‘de loser of malloot’ in de goal. Jammer dat het beeld van Ronaldo over de keepers niet wordt uitgediept. Zo blijven we gissen over hoe hij kijkt naar deze bijzondere paradijsvogels.
Dankzij de rol van en vorming tot keeper heb ik scherp leren waarnemen; heb mijn sensitiviteit ontdekt, kan nu goede keuzes maken, heb geleerd om mijn verdedigers te begeleiden en werd uiteindelijk trainer/coach voor Werkend Nederland. Bij de sportende jeugd zie ik echter dat zovelen willen schoppen, scoren, rennen, dunken, schieten en passeren. En dat vangen, stoppen, verlengen, vertragen en ontvangen niet zo sexy zijn. Met andere woorden: bijna iedereen wil in het veld staan en een doelpunt scoren, alleen weinigen verkiezen de rol van keeper. Terwijl het keepersvak zoveel te bieden heeft, ook op latere leeftijd.
En toch is dat sombere beeld niet helemaal waar: in de jeugd bij het hockey rouleert een ieder periodiek in de keepersrol. Want in hun visie moeten alle jeugdigen een keer hun energie kwijt. Maar belangrijkste is dat allen ervaring hiermee opdoen en daarna een goede keuze kunnen maken. Jaap Stockmann, nu de nationale hockeykeeper, vertelde me daar ooit over dat hij het keeperspak met legguards zo’n stoere outfit vond en daarna nooit meer een andere positie wilde.
Maar terug naar Madrid: wat zou ik toch graag de komende weken de zorg op me willen nemen van de zoon van Ronaldo. Ik zou hem mijn keepersverhaal willen vertellen en hem daarna de ruimte willen laten om zelf te beslissen……
En dat verhaal begint zo: “Op een winderig Doetinchem’s veldje in 1970 voelde het als zeer natuurlijk dat ik de zestien meter ging verdedigen en dat ik niet als laatste werd gekozen omdat ik niet kon voetballen. Integendeel wil ik haast uitspreken: het leek me een fantastische plek om te bekleden. De bal mocht ik met de handen pakken en daarvoor kon ik laten zien hoe soepel ik was bij afstandsschoten. En wat te denken van mijn onderscheidende outfit: een eigen shirt, broek en sokken. En handschoenen met rubberen nopjes. Ik voelde me uniek en op mijn plek!
Toch eist ‘worden wie je bent’ zijn mooie toewijding en tol. Als je zeven jaar bent weet je wel dat keepen jouw grote passie is, maar dan begint de weg pas naar een vakvolwassen bestaan. De jeugdopleiding van de Graafschap doorlopen langs prachtige plekken met vele ervaringen. En tweede keeper op het stadion de Vijverberg waarbij de dinsdagmiddagen altijd erg bijzonder bleven: keeperstrainingen van Guus Hiddink. Vele uren van plezier, zweet en modder om te werken aan de belangrijkste competenties van een keeper, die cruciaal zijn voor het succes of falen. Pak je de ballen, dan werd je de held maar was je die dag even wat minder geconcentreerd of bangig, dan werd je de schlemiel. En zeer dunne lijn waar maar weinigen op durven of kunnen lopen.
Mijn advies derhalve aan de jeugd en ook aan ouders: kies een sport uit die niet uitgaat van trappen en scoren. Voor de persoonlijke ontwikkeling kan het zeer nuttig zijn juist de beschermende kwaliteiten te ontdekken. Het leert een kind echt te leren zien en waarnemen, de rust op te brengen niet gelijk er op in te springen. Anderen te laten stralen door hen te helpen. En vooral ook creatief te zijn, omdat een bal pakken op duizend en een manieren kan geschieden. Plezier (en een beetje scoren) gaat dan op een heel andere manier, namelijk door onmogelijke ballen eruit te houden. Ben je toch een beetje de held, maar op een heel eigen wijze.
Ronaldinho, je mag me altijd bellen.