
“Slimme Sportkeuze” en “Kinderen moeten zich later specialiseren” zijn zomaar een paar termen die in de afgelopen jaren trending zijn geworden in het wetenschappelijk onderzoek naar sportende kinderen. Zoals de meest recente onderzoeken doen vermoeden blijkt het voor de ontwikkeling van de kinderen op gebied van bewegen beter te zijn dat zij op jonge leeftijd verschillende sporten beoefenen.
Hoe meer ik erover na ga denken des te meer besef ik dat de sportvereniging in mijn dorp haar tijd ver voor uitwas. Je kon namelijk voor de contributiebijdrage van één sport meerdere sporten beoefenen. Toen ik als zesjarige mijn eerste stappen maakte op het voetbalveld van de plaatselijke v.v. werd ik tegelijkertijd ook lid bij de gymvereniging. Nadat ik dit enkele jaren beoefend had werd ik te oud voor gymnastiek, waarna ik nog een x aantal jaar geturnd heb bij de turnafdeling van dezelfde gymvereniging. Enkele jaren later begon ik naast mijn voetbal- en turncarrière ook nog te tennissen in de zomermaanden en verkaste ik naarmate de dagen guurder en kouder begonnen te worden samen met mijn tennissende vriendjes naar de sportzaal om daar te badmintonnen. Kortom, ik beoefende alle sporten die onze sportvereniging aanbood, omdat ik dit leuk vond om te doen. Oké, ik beoefende de meeste sporten binnen de sportvereniging. Ik mocht namelijk van mijn ouders (lees: vader) niet op korfbal. “Bal in je handen pakken?”. “De bal hoort aan de voet!”. Als compromis ben ik maar op goal gaan staan, maar met mijn beperkte lengte is dit geen succes geworden.
De essentie van mijn sportcarrière is eigenlijk dat ik het leuk vond om zoveel mogelijk sporten te kunnen en ook te mogen beoefenen. Zoals mijn afstudeerbegeleidster Marije Elferink-Gemser laatst in een artikel over sportend talent zei: “Vraag je kind niet of hij heeft gewonnen, maar of het leuk was”. Mijn ouders hebben destijds nooit gevraagd of ik gewonnen had. Zij vonden het belangrijker dat ik het naar mijn zin had. Aan mijn vader vroeg ik wel of hij nog verbeterpunten voor mij had, want ik wilde toen ook al zo goed mogelijk presteren.
Wellicht had ik met de kennis die nu vanuit de wetenschap beschikbaar is (“Slimme Sportkeuze’’) een verstandigere keuze gemaakt en had ik furore kunnen maken op de rekstok in Rio, zoals Epke dat naar alle waarschijnlijkheid zal gaan doen. Of ik echter andere keuzes had gemaakt weet ik niet, want als kind wil je gewoon plezier hebben in wat je doet.
Tot op heden hangt er ergens in de prijzenkast bij mijn ouders op zolder een gouden medaille stof te verzamelen. Ik ben Fries Kampioen turnen! Dat ik destijds de enige turner was in de desbetreffende leeftijdscategorie is alleen interessant voor de scorebordjournalisten, want die gouden medaille pakken ze nooit meer af!
Geef een reactie