
De 23-jarige atlete Dafne Schippers liet afgelopen jaren zien dat ze niet alleen succesvol meerkampster is, maar ook nog eens gigantische vooruitgang boekte in de sprintonderdelen. Ze won drie Europese sprinttitels en dook onder de 11-seconden grens op de 100m. Regelmatig werd aan haar gevraagd of ze niet beter over kon stappen van de meerkamp naar de sprint… Een moeilijke keuze, gaf ze zelf aan. Maar 3 juni twitterde ze: “Wat een opluchting, mijn keuze is bekend. Ik ga verder als SPRINTSTER! Nu gefocust voorbereiden op WK Atletiek en OS.” De knoop is doorgehakt!
In een artikel in de Volkskrant legt Schippers uit dat ze haar keuze in een kleine driehoek gemaakt heeft. Alleen haar coach en haar ouders werden bij de beslissing betrokken. Over de betrokkenheid van haar ouders zegt ze het volgende: “Ze hebben me volkomen vrijgelaten. Ze hielpen me, maar meer ook niet. Dat gaf me rust. Dat ze ook niet op de een of andere manier hun voorkeur lieten doorschemeren. Dat ze niet zeiden van: dit moet je doen, ze boden vooral een luisterend oor.”
Dat Dafne als 23 jarige haar ouders hier zo intensief bij betrekt is wellicht verwonderlijk maar wetenschappelijke studies tonen aan dat dit niet zo is. Ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling van een sporter, ook op latere leeftijd nog. Onderzoek van Bloom et al (1985) toonde al aan dat ouders een ontzettend belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van een topsporter. Bloom gaf aan dat de mate van invloed van ouders afhangt van de fase waarin de sporter zich bevindt en dat deze invloed zich via verschillende rollen kan uiten. Zo kunnen ouders functioneren als rolmodel, als ondersteuners, maar ook als dienstverleners (van zowel financiële middelen als tijd). Bij jongere sporters (onder 16 jaar) spelen de ouders de belangrijkste rol. De invloed van de ouders neemt daarna geleidelijk af, de coach krijgt meer invloed, maar de betrokkenheid van de ouders blijft nog steeds belangrijk (Côté, 1999).
Binnen het Expertiseteam Sport & Talent is er interesse in de bijdrage van ouders aan de ontwikkeling van de sporter. Eerste resultaten van onderzoek bij talentvolle sporters, laten zien dat meer ondersteunend gedrag van ouders, zoals Dafne dat van haar ouders ontvangt, een aanzet kan zijn voor het beter ontwikkelen van het reflectievermogen van de sporter. Onder dat ondersteunende gedrag van ouders valt onder andere het bespreken van wedstrijden zonder hierover te oordelen, maar ook het discussiëren over de sportcarrière. Tevens is het belang van een goed reflectievermogen belangrijk gebleken voor de ontwikkeling van de sporter. Succesvolle sporters laten een hogere mate van reflectie zien en kunnen zich hierdoor beter ontwikkelen op de punten waar aan gewerkt moet worden (Jonker et al., 2012).
De rol van de ouders en hoe deze zich verhoudt tot de prestatie van de sporter krijgt steeds meer maatschappelijke belangstelling. Onder andere door projecten als Veilig Sport Klimaat (VSK), opgezet door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, moet duidelijk worden dat de betrokkenheid van ouders bij de sport ook averechts kan werken. Maar ondanks dat ouders de laatste tijd regelmatig slecht in het nieuws komen, is het goed om nu eens een positief verhaal te horen. Het gaat namelijk minstens zo vaak goed als fout.
Literatuur:
- Bloom, B.S. (Ed.)., 1985, Developing talent in young people. New York: Ballantine.
- Côté, J., 1999, The influence of the family in the development of talent in sport. The Sport Psychologist, 13, pp. 395-417.
- Jonker, L., Elferink-Gemser, M. T., de Roos, I. M., & Visscher, C. (2012). The Role of Reflection in Sport Expertise. Sport Psychologist, 26(2), 224-242.
Geef een reactie