
Kinderen vertonen op jonge leeftijd nog weinig motorische eigenschappen die samenhangen met het type sport dat ze beoefenen. Als kinderen gemiddeld meer dan 5 uur per week aan sport doen vertonen ze enigszins wel een sportspecifiek profiel (match tussen de eigenschappen van het individu en het type sport). De sportkeuze die kinderen maken aan het begin van hun sportcarrière hangt dus niet of nauwelijks samen met de kwaliteiten die ze op dat moment bezitten. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerd onderzoek. Het betreft hierbij een samenwerking tussen HAN Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, de Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de Universiteit Gent en het Centrum voor Bewegingswetenschappen (UMCG) van de Rijksuniversiteit Groningen.
Uit onderzoek is meermaals gebleken dat atleten uit verschillende sporten onderscheiden kunnen worden op basis van hun motorische eigenschappen. Zo onderscheiden volleyballers zich onder meer door hun gestalte en sprongkracht. Turnsters zijn daarentegen beter klein en lenig, en scoren hoog op evenwicht. Of deze verschillen ook te vinden zijn bij jonge kinderen was tot op heden nog niet geheel duidelijk. Dit onderzoek heeft aangetoond dat deze verschillen slechts in zeer beperkte mate aanwezig zijn. Wellicht houden kinderen nauwelijks rekening met hun motorische eigenschappen op het moment dat ze een sportkeuze maken. Wellicht zijn er andere factoren die een (belangrijkere) rol spelen. Denk hierbij niet alleen aan de cognitieve eigenschappen en persoonlijkheid van het kind, maar ook aan de fysieke en sociale omgeving. Het in kaart brengen van deze factoren is een belangrijke eerste stap. Binnen de onderzoeksprojecten ‘Slimme Sportkeuze’ (HAN Sport en Bewegen) en ‘het Vlaams Sport Kompas’ (UGent) wordt hier aandacht aan besteed. Verder moet toekomstig onderzoek uitwijzen of het maken van een sportkeuze op basis van de persoonlijke kwaliteiten op langere termijn een positieve bijdrage levert aan sportuitval.
De onderzoekers van deze studie zijn Katrijn Opstoel (HAN Sport en Bewegen) en Johan Pion (Universiteit Gent). Zij onderzochten een mogelijk verband tussen motorische eigenschappen en het type sport dat kinderen tussen 9 en 12 jaar beoefenen. Het onderzoek werd gepubliceerd in PLoS ONE, een wetenschappelijk tijdschrift op het gebied van biologie. Kijk voor meer informatie op www.HAN.nl/SENECA of op de website van het Centre of Expertise Sport- en Beweegtalent, of neem contact op met Katrijn Opstoel via katrijn.opstoel@han.nl.
Geef een reactie