
In het LO magazine van de KVLO verscheen in het juni-nummer een weergave van wat we als Center of Expertise Sport & Talent van de HAN doen met beweegtalent in het basisonderwijs. Daarnaast was 19 mei jl. de kick-off van het project Beweegtalent herkend: oog voor excellentie. Doel van het project is om in het bewegingsonderwijs kinderen adequaat te kunnen herkennen in hun beweegtalent en om excellente leerlingen met een programma tijdens de reguliere lessen te stimuleren nog beter te gaan bewegen.
In de brainstormfase van zo’n project vind ik het heerlijk om idealen te verkennen. Hoe ziet de toekomst van sport en bewegen er uit in de toekomst? Waar en op welke wijze bewegen de leerlingen dan? Hoe begeleiden we dit en welke expertise vraagt dit? Het helpt mijn voorstellingsvermogen om te denken aan mijn eigen kinderen waarvan de twee jongste meiden (biologisch gezien een tweeling, maar qua uiterlijk en persoonlijkheid zo verschillend als Bassie en Adriaan) in oktober naar de basisschool gaan. Graag deel ik een mogelijk toekomstscenario hieronder, waarbij ik, om het scherp neer te zetten, uitga van een revolte die na de zomervakantie van 2016 het landschap van onderwijs en sport volledig op zijn kop zet.
Het onderwijs en de sport hebben besloten om per direct de krachten te bundelen en de biologische ontwikkeling van het kind centraal te stellen. Niet langer zijn de beschikbaarheid van lokalen/velden/zalen en docenten/trainers een beperkende factor. De school en sportvereniging als apart en gescheiden instituten bestaan daarmee niet meer en hebben plaats gemaakt voor een beweeggemeenschap waarin onderwijs & sport geïntegreerd en optimaal ruimte geven aan de motorische ontwikkeling van kinderen. Autovrije zones zijn regel i.p.v. uitzondering geworden en kinderen reizen op eigen beweegwijze via veilige beweegpaden naar de verschillende beweegcontexten. Een onwrikbaar rooster heeft plaatsgemaakt voor een flexibel systeem waar kinderen en ouders in samenspraak met beweegprofessionals komen tot een gepersonaliseerd beweegplan Dit plan is gebaseerd op vijf belangrijke uitgangspunten. 1. Het heeft als doel om kinderen hun beweegpotentie te laten verzilveren en hen te leren zelf regie te nemen voor een leven lang sporten en/of bewegen 2. Het is een individueel online en dynamisch systeem waarin de motorische vooruitgang real-time kan worden ingezien 3. Het adviseert mogelijke beweegfrequentie, beweegintensiteit, beweegduur, beweegcontexten, beweegniveaus en beweegactiviteiten passend bij de beweegvoorkeuren en beweegkwaliteiten van het kind. 4. Het stimuleert brede motorische ontwikkeling in de pre puberale fase en toenemende specialisatie in een sport en/of gezond en gevarieerd bewegen in de post puberale fase. 5. De begeleiding van het plan ligt in handen van zogenaamde SBG-professionals (sport, bewegen en gezondheid) die een overeenkomstige achtergrond hebben in (ped)agogiek en motorisch leren, maar hun expertise hebben in doelgroepen, beweegniveau en sport specifieke kennis.
En mijn tweeling dan…….?
Op 4-jarige leeftijd beweegt mijn “jongste” dochter 5x per week in de maand oktober. 2x beweegt zij een uur in een heterogene groep bij haar zus, vriendjes, vriendinnetjes en buurtkindjes in hun eigen wijk onder leiding van SBG-professionals met uitstroom profiel “sociaal bewegen”. 1x per week gaat zij 1,5 uur zwemmen samen met haar broer van zes jaar oud op het Talentacademy in de hoogste niveaugroep onder begeleiding van SBG-stagiaires met uitstroomprofiel “talentvol bewegen”. Tot slot beweegt zij nog tweemaal per week samen met mij en mijn vrouw op het Beweegacademy waar zij op haar niveau breed motorisch ontwikkeld wordt onder begeleiding van SBG-professionals met expertise “allround bewegen”.
Mijn “ oudste” dochter beweegt ook 5x per week, waarvan twee maal met haar zus in haar eigen wijk. 2x beweegt zij op het Beweegacademy met mij en mijn vrouw waar zij deze maand bijspijkert in oog-handcoördinatie met diverse balsporten. Tot slot gaat zij 1x per week met haar broer 1 uur dansen in de hip-hopgroep op het Talentacademy.
Ik besef mij dat bovenstaand scenario erg smal gericht is op het sport- en bewegingsonderwijs en dan ook nog op het motorische. Maar het is dan ook mijn ideaal. Wat is uw ideaal?