
Een talent heeft van nature fysieke en psychische begaafdheden meegekregen om in zijn sport uit te blinken. Naast deze begaafdheid zijn er nog een aantal aspecten van belang. Intrinsiek motivatie, passie, inzet, plezier, doorzettingsvermogen, mentale gesteldheid en bijvoorbeeld de omgeving, zoals ouders, broers / zussen, financiën, een kwalitatieve goede vereniging in de buurt, sparringpartners en niet te vergeten een bekwame trainer/coach. Het ultieme talent is een Olympisch of Wereldkampioen.
In mijn sport, tafeltennis, is evenals als bij vele andere sporten, het herkennen van een talent voor het 10e leeftijdsjaar van belang om maar enigszins een uiteindelijke topprestatie te kunnen leveren. Belangrijk voor het excellent beoefenen van de tafeltennissport is bijvoorbeeld de oog-hand coördinatie. Ik verwijs naar het lopende promotieonderzoek van Irene Faber.
Het herkennen van talent, de ontwikkeling en de sturing van de omgeving gaan hand in hand. In de eerste fase wordt zowel met de speler als de ouders gesproken over de keuze van de sport en het plezier hierin. De observatie is gericht op de wijze van bewegen en hoe met het spelletje wordt omgegaan. Ik observeer of er een natuurlijk bewegingspatroon (coördinatie) is, het ruimtegevoel, de creativiteit en of er al enige zelfcorrigerende acties zijn te herkennen.
Wanneer meer duidelijk is dat het kind iets meer wil en als de ouders enthousiasme uitstralen, volgt een persoonlijke benadering.
Als eerste wil ik vaststellen of de motivatie intrinsiek is. Wanneer gevraagd wordt naar het doel en de speler geeft een ver wegliggend droomdoel aan, zoals ‘ik wil Olympische kampioen worden’ is dat een positief teken. Daarnaast is voor mij van belang of de speler zowel ego- als taakgericht is.
Naast groepstrainingen wordt persoonlijke training gegeven. De trainer geeft de ballen aan, stelt direct vragen en geeft aanwijzingen. Het herkennen en leren vloeien in elkaar over.Nagegaan wordt wat de grootte is van het leervermogen. Voor de leersnelheid is het een voordeel wanneer een zintuiglijk gevoel aanwezig is. Hiermee kan de speler beter het verschil van een goede en minder goede technische uitvoering aangeven.
Zijn creativiteit moet in eerste instantie leiden in het bedenken van tactische oplossingen. De speler wordt tijdens de trainingen en wedstrijden hierin gestimuleerd. Tijdens de fase van het leren van meer vastliggende tactische oplossingen, blijft dit eveneens van kracht.De speler wordt uitgedaagd om naar voorbeelden van de toppers kijken. Tijdens de trainingen krijgt hij de gelegenheid deze uit te proberen.
Van belang is dat er uitdagende trainingen worden aangeboden en dat het leer- en resultaatklimaat in elkaar vloeien. Ik realiseer me dat zowel plezier als vooruitgang stimulerend werken in het leerproces. Cruciaal blijft de begeleiding: de attitude van de trainer en de wijze van leren (leermethodieken). Voor mij gelden twee uitgangspunten:
- wat aangeboren is, is niet te verdringen;
- begin bij datgene wat je wilt bereiken.
Het blijft moeilijk om met zekerheid aan te geven dat de een wel en de ander geen voldoende motorische begaafdheden heeft. Deze kunnen zich later ook ontwikkelen. Evenals de andere aspecten en de omgeving. Het duurt jaren om definitief vast te stellen dat het daadwerkelijk een toptalent is.
- Promotieonderzoek moet beter beeld geven van sporttalent. Marc Hoeben / 15-01-2015)
- Talenten vangen! Een nieuwe test voor oog-hand coördinatie. (Sportgericht nr 2 / 2014)
Uitgelichte foto van Theo Rieken door Anco Balvoort
Geef een reactie