
Het kunnen uitvoeren van werk naar vermogen is in de Nederlandse zorg en revalidatie van chronisch zieken, waaronder patiënten met reumatische aandoeningen, een belangrijke uitkomstmaat. Veel minder aandacht gaat uit naar de participatie of deelname aan andere belangrijke sociale rollen, zoals vrijetijdsbestedingen waaronder sport, familieleven en andere sociale activiteiten. Betaald werk is voor veel mensen erg belangrijk en tevens noodzakelijk om te voorzien in levensonderhoud en bepaalde levensbehoeftes.
Daarnaast wordt winst of verlies in werkvermogen vaak vertaald in concrete economische gevolgen als de stijging of daling van inkomsten. De waarde van deelname aan andere sociale rollen is lastiger te bepalen. Zo wordt in de visie van het onlangs verschenen Nationaal Sportakkoord de nog te beantwoorden vraag gesteld: ‘Kan sport aansluiten bij de maatschappelijke ontwikkelingen en daar tegelijkertijd een positieve bijdrage aan leveren?’ Hiermee wordt impliciet genoemd dat er nog meer kaderend onderzoek moet plaatsvinden naar de algehele waarde van sport voor de maatschappij.
Een van de doelen van mijn promotieonderzoek aan de Universiteit van Maastricht was het onderzoeken van de relatie tussen de deelname aan sociale rollen en de algemeen ervaren levenstevredenheid. Om hier achter te komen is bij 246 deelnemers met de chronische reumatische ziekte Bechterew en 510 deelnemers zonder aandoening uit de algemene bevolking een enquête afgenomen.
In het algemeen waren deelnemers met Bechterew, vergeleken met de algemene bevolking, vaker ontevreden en minder vaak tevreden met hun leven. Verder bleek dat deelnemers met Bechterew die werkten (57 procent van totaal) over het algemeen meer tevreden waren met hun leven als zij ook meer tevreden waren met hun vermogen om deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten, zoals sport of het hebben en onderhouden van relaties met familie en vrienden. Deze relatie was er niet was met werktevredenheid. Opvallend genoeg werd de relatie tussen meer werktevredenheid en levenstevredenheid wel gevonden bij de werkende deelnemers (78 procent van totaal) uit de algemene bevolking.
De resultaten laten zien dat juist voor mensen met een chronische reumatische aandoening vrijetijdsactiviteiten en relaties met mensen waardevol zijn. Sport kan hier door haar sociale karakter een belangrijke rol in spelen. Voor het zover is zullen zorgaanbieders de waarde van deelname aan sociale rollen – naast werk – nog meer moeten gaan erkennen en meten binnen zorgtrajecten. Dit onderzoek geeft hier hopelijk een eerste aanzet voor hoewel meer studies op dit gebied worden aangemoedigd.
Simon van Genderen (PhD) is docent en onderzoeker op het expertisegebied Sports Economics & Strategic Sports Management (SESS). Hij is werkzaam voor het HAN Sports Economics Research Centre (SERC) en doceert binnen de opleiding Sportkunde en de minor Sporteconomie. Daarnaast is Simon betrokken bij de ontwikkeling van richtlijnen omtrent het meten van de gezondheidswaarde van sport binnen de evaluatie van sportevenementen.
Geef een reactie