
Wat zou er gebeuren als de trainer/coach een tool in handen kreeg, waarmee hij of zij objectief lastig vast te stellen vaardigheden van zijn talenten kan monitoren? Docent/onderzoekers van de HAN hebben in samenwerking met collega’s van het Sport Science Institute Groningen een tool ontwikkeld waarmee de werkhouding, het sportief leervermogen en de interpersoonlijke vaardigheid van sporters in kaart kan worden gebracht. De coach als instrument om specifieke vaardigheden in kaart te brengen is een nog relatief weinig gebruikte methodiek. Dat is zonde want wie kent de gedragingen van de sporter beter dan de coach?
Ontwikkelen en presteren in de sport vinden plaats door een uniek samenspel van antropometrische, fysieke, technische, tactische, mentale en cognitieve vaardigheden die een sporter bezit. Om te excelleren dient een sporter al deze vaardigheden die nodig zijn om een topprestatie in een sport te leveren te ontwikkelen. Dat is een lang en veeleisend traject, topsporter word je niet in één dag. Veel onderzoek naar talentherkenning en talentontwikkeling richt zich op de vraag wat een sporter moet kunnen op welke leeftijd en hoe en wanneer bepaalde vaardigheden het beste ontwikkeld kunnen worden.
Een belangrijk punt van kritiek op de sportwetenschap is dat het zich tot op heden vooral richt op de fysieke vaardigheden van sporters. In een review (Johnston e.a., 2018 in Sports Medicine) werd recent aangetoond dat in 60% van de talentstudies waarbij sporters over langere tijd werden gemonitord, alleen fysieke vaardigheden werden gemeten. Deze vaardigheden zoals snelheid, wendbaarheid en uithoudingsvermogen zijn in veel sporten van groot belang en goed meetbaar. Met name dat laatste maakt dat veel onderzoekers juist deze vaardigheden bij sporters analyseren. Een goed uithoudingsvermogen of een wendbaarheid maakt je echter nog niet een talentvolle marathonloper of goede handballer.
“Een uitdaging waarbij de coach een belangrijke rol kan spelen”
In de vele (theoretische) modellen die ontwikkeld zijn om de ontwikkeling en het presteren van talent inzichtelijk te maken wordt het belang van een multidimensionale benadering benadrukt. Dit wil zeggen dat om talent te begrijpen rekening gehouden moet worden met meerdere factoren die ook interacteren met elkaar. Kortom, veel modellen laten de complexiteit van het herkennen en ontwikkelen van talent zien. En toch zien we in veel onderzoeken te weinig deze aanpak terug waardoor Johnston en collega’s terecht concluderen dat we eigenlijk nog maar erg weinig kennis hebben van met name talentherkenning. Daar ligt een uitdaging voor de komende jaren, voor de sport en wetenschap. Een waarbij de coach een belangrijke rol kan spelen.
In Nederland maar ook elders in de wereld wordt in onderzoek nog relatief weinig gebruikt gemaakt van de expertise van de coach. De mening van de coach wordt gezien als ‘subjectief’ en daarbij vaak bij voorbaat niet valide en betrouwbaar. Gekwalificeerde coaches die dag in dag uit jarenlang werken met (talentvolle) sporters zijn echter vaak goed in staat om de vaardigheden van sporters adequaat in te schatten. Met name de meer psychologische, sociale en cognitieve vaardigheden, die lastig ‘te meten zijn’, kunnen, juist door de coach worden gescoord. Daarbij is het van belang dat de coach handvaten/tools krijgt waarmee zijn/haar waarneming wordt gestuurd.
“Het is aan te bevelen de coach een meer prominente plek te geven in onderzoek”
In de tool die wij hebben ontwikkeld moeten coaches een online vragenlijst invullen waarbij ze 18 stellingen scoren op een vijf punt schaal. Wil graag altijd het maximale uit zichzelf halen, werkt doelgericht, zoekt steeds nieuwe uitdagingen en kan teamgenoten enthousiasmeren, zijn een aantal van deze 18 stellingen. Uit de onderzoeken die we met deze tool gedaan hebben kunnen we onder andere concluderen dat 1) sporters die hier hoog op scoren vaak geselecteerd worden, 2) talentvolle sporters zichzelf hoger scoren op deze vaardigheden dan minder getalenteerde, 3) er een duidelijke samenhang is tussen de scores op de drie vaardigheden en de motorische vaardigheid van kinderen, en 4) kinderen die hoog scoren hun motoriek sneller ontwikkelen binnen een periode van 6 maanden, 5) ongeacht de sport waarin een kind wil excelleren deze vaardigheden door coaches als meest belangrijk worden gekenmerkt.
Om meer te gaan begrijpen en daardoor ook beter sportief talent te gaan herkennen en ontwikkelen is het aan te bevelen de coach een meer prominente plek te geven in onderzoek. Hij/zij werkt veelal dagelijks met talentvolle sporters en kan, met enige sturing, veel inzicht verschaffen in vaardigheden die door de wetenschap als lastig ‘te meten’ worden gezien. De coach belangrijker maken heeft als bijkomend voordeel dat coaches bewust worden dat hun ‘subjectieve waarneming met hulp van de toegepaste wetenschap meer geobjectiveerd kan worden’.
Wil je meer weten over de tool die we ontwikkeld hebben, neem dan gerust contact op met mij.
Geef een reactie