
Hoe zorg je er als trainer/coach in een sport als voetbal of basketbal voor dat je team zo goed mogelijk presteert? Je begint natuurlijk met het selecteren van zoveel mogelijk van de allerbeste spelers. Mis! Althans, dat concludeert een groep onderzoekers van universiteiten in Frankrijk, de VS en Nederland op basis van gegevens van alle nationale voetbalteams die deelnamen aan de WK kwalificatiereeksen in 2010 en 2014, en van 10 seizoenen NBA basketbal. De onderzoekers berekenden voor alle teams het percentage topspelers en vergeleken dat vervolgens met de prestaties van dat team (voetbal: FIFA rankings, basketbal: percentage gewonnen wedstrijden aan het einde van het seizoen). Uit beide studies kwam naar voren dat tot een bepaald punt, meer topspelers in een team samenhangt met meer succes. In het voetbal lag het omslagpunt op ongeveer 70%, wat betekent dat de teams waarin zo’n 70% van de spelers aangemerkt kan worden als topspeler, de beste prestaties lieten zien. In basketbal lag dit percentage een stuk lager; op ongeveer 50%. Neemt het percentage topspelers verder toe, dus meer dan 70% in het voetbal en meer dan 50% in het basketbal, nemen de teamprestaties juist steeds verder af.
Hoe kan dit nu? Van de teams met het hoogste percentage topspelers mogen we toch verwachten dat zij over het algemeen de meeste wedstrijden winnen? De onderzoekers vonden hiervoor de volgende verklaring. Willen voetbal- en basketbalteams goed presteren, zullen ze met elkaar moeten samenwerken. Door niet primair te focussen op eigen kansen, maar de bal juist af te spelen naar een medespelers die een groter kans heeft op een score, maken de spelers als team meer kans om te scoren. En door samen te werken in de verdediging, wordt de kans op het onderscheppen van de bal groter, waardoor de kansen voor het team om tot een score te komen weer toenemen. Maar juist de teams met een hoog percentage topspelers blijken minder goed samen te werken in aanval en verdediging, waardoor ze als team minder goed presteren.
Mogelijke oorzaken kunnen zijn dat de spelers meer bezig zijn met onderlinge concurrentie dan met samenwerking, of dat ze op basis van individuele kwaliteiten verwachten dat ze toch wel zullen gaan winnen, en daardoor minder investeren in optimaal samenspel.
De onderzoekers hebben hetzelfde onderzoek ook uitgevoerd binnen honkbal (Major League Baseball), de sport die een vreemde eend in de bijt lijkt binnen de teamsporten. Of zoals Simmons (2012) het beschrijft: “an individual sport masquerading as a team sport”. Binnen deze sport zijn de spelers in veel mindere mate afhankelijk van elkaar voor een goede teamprestatie. Uit gegevens van 30 MBL teams van 10 seizoenen bleek dat binnen deze sport geen optimum bestond wat betreft aantal topspelers binnen een team. Teams met meer toppers presteerden over het algemeen beter, en de teams met de meeste toppers presteerden het beste.
Interessante gegevens voor de praktijk. Coaches van topteams in voetbal en basketbal kunnen de conclusie trekken dat ze beter niet alleen maar toppers in huis halen. Honkbalcoaches doen dat beter wel; hoe meer topspelers, hoe beter. Interessant zou het zijn om te weten of deze resultaten ook geldig zijn voor teams die niet op het allerhoogste niveau spelen, voor andere teamsporten, zoals hockey en waterpolo en voor damesteams. Ik ben benieuwd naar de ervaringen van trainers/coaches van teamsporten in Nederland!
Swaab, R.I., Schaerer, M., Anicich, E.M., Ronay, R., & Galinsky, A.D. (2014). The Too-Much-Talent Effect: Team Interdependence Determines When More Talent Is Too Much Or Not Enough. Psychological Science, 25(8), 1581-1591.