
De Nederlandse tennisjeugd staat internationaal gezien niet bij de beste top-50 spelers van de wereld op dit moment. Bij de jongens zelfs niemand in de top-100 en bij de meiden is de hoogste genoteerde speelster nummer 84. Maar wat is eigenlijk het belang van goed presteren in de jeugd voor het bereiken van de top-100 bij de senioren? Er zijn een aantal wetenschappelijke artikelen waarin dat is uitgezocht (Zie onder voor bronnen).
Brouwers e.a. (2012) concludeert dat presteren in de jeugd geen vereiste is om de top te halen. Ze zien echter wel dat winnaars van internationale jeugdtoernooien toch vaker de top-10/top-100/top-200 halen in vergelijking met verliezend finalisten en halve finalisten op junior toernooien. Maar toch zou je volgens Brouwers e.a. (2012) naar meer moeten kijken dan alleen het presteren op deze toernooien voor junioren.
Reid e.a. (2007; 2009; 2013) hebben drie artikelen gepubliceerd waarin wordt gekeken naar het belang van presteren in junior toernooien en het belang daarvan voor presteren bij de professionals. Bij de ATP top-100 spelers heeft bijna iedereen een junior ranking gehad en halen zij de top-100 rond 21.5 jaar oud. In het artikel uit 2009 vindt Reid dat de junior ranking bij jongens een voorspeller is voor de professionele ranking en dat hoe hoger je staat hoe groter de kans dat je dus ook een professionele ranking haalt. Voor meiden vindt hij dat als je top-20 bij de junioren staat, dit een goede benchmark is voor de professionele ranking.
Eigenlijk is er dus geen eenduidige mening vanuit de literatuur hoe belangrijk die junior toernooien zijn, maar helemaal niet spelen in junior toernooien lijkt in elk geval niet de beste manier. Maar zoals altijd hebben we de uitzondering op de regel en ook in Nederland, want Kiki Bertens heeft geen junior ranking gehad, maar heeft toch de top-100 gehaald. Dat terwijl Michaëlla Krajicek, Arantxa Rus, Thiemo de Bakker, Igor Sijsling en Robin Haase allemaal wel een (hoge) ranking hebben gehad bij de junioren. Krajicek, Rus en De Bakker hebben zelfs op nummer 1 gestaan. Zij hebben allen ook de top-100 gehaald. Terwijl juist Haase, Krajicek en Bertens allen wel een ATP toernooi hebben gewonnen en De Bakker, Sijsling en Rus nog niet. Kortom, er is hoop dat we over een aantal jaren gewoon weer een gouden generatie kunnen hebben. Dat zien we nog niet terug bij de junior toernooien, maar ach dat hoeft ook niet perse. Eerst maar genieten van de graveltoernooien en grastoernooien, met als hoogte punten Roland Garros en Wimbledon.
Bronnen:
Brouwers, J., De Bosscher, V., & Sotiriadou, P. (2012). An examination of the importance of performances in youth and junior competition as an indicator of later success in tennis. Sport Management Review, 15(4), 461-475.
Reid, M., & Morris, C. (2013). Ranking benchmarks of top 100 players in men’s professional tennis. European journal of sport science, 13(4), 350-355.
Reid, M., Crespo, M., & Santilli, L. (2009). Importance of the ITF Junior Girls’ Circuit in the development of women professional tennis players. Journal of sports sciences, 27(13), 1443-1448.
Reid, M., Crespo, M., Santilli, L., Miley, D., & Dimmock, J. (2007). The importance of the International Tennis Federation’s junior boys’ circuit in the development of professional tennis players. Journal of Sports Sciences, 25(6), 667-672.
Geef een reactie