
Waterpolo is een vrij onbekende sport in Nederland. Ondanks dat, doet het vrouwenteam het internationaal heel goed. In 2008 wonnen ze de gouden medaille op de Olympische Spelen. Het mannenteam heeft zich echter zelden gekwalificeerd. De laatste keer dat ze meededen op het hoogste niveau was in 2000. Het niveau van het Nederlandse waterpolo bij de mannen kan dus verbeterd worden, zodat ze hopelijk hetzelfde niveau kunnen bereiken als de vrouwen.
Om een hoog niveau te verkrijgen is talentontwikkeling belangrijk. Het is daarbij van belang dat de talenten goede begeleiding krijgen. Op deze manier kan hun talent optimaal benut worden en bereiken ze later een zo hoog mogelijk niveau. Een testbatterij kan helpen bij de begeleiding van talenten. Een testbatterij bestaat uit een aantal testen die bij een waterpolospeler afgenomen wordt. Hierdoor is te zien wat de sterke en zwakke punten van een speler zijn en kan het trainingsprogramma afgestemd worden op het profiel van de speler. Later in het proces kan dan weer gekeken worden of de speler verbeterd is. Voor waterpolo bestaat zo’n testbatterij nog niet in Nederland, terwijl dit dus wel een heel nuttig hulpmiddel is in talentontwikkeling.
Hoe ziet de testbatterij eruit?
De testbatterij die wij ontwikkeld hebben bestaat uit vijf domeinen. Het eerste domein gaat over antropometrische eigenschappen. Hierbij wordt gekeken naar lichaamslengte, zithoogte, lichaamsgewicht en hand- en arm spanwijdte. Zo is het bij waterpolo bijvoorbeeld gunstig om lang te zijn en een grote arm spanwijdte te hebben. Dit is wel verschillend per positie, voor verdedigers (mid-achters) en keepers is lang zijn extra belangrijk.
Het tweede domein omvat de fysiologische eigenschappen. Dit wordt opgedeeld in drie subdomeinen. Het eerste domein is kracht, onderverdeeld in arm- en beenkracht. De armkracht wordt gemeten met behulp van bankdrukken en de beenkracht door middel van de vertical in water jump. Het tweede subdomein is het uithoudingsvermogen. Hiervoor kan de shuttle swim test worden gedaan. De spelers zwemmen heen en weer op een bepaalde snelheid totdat ze niet meer kunnen. Het derde subdomein is het explosieve vermogen. Dit wordt gemeten met de waterpolo interval shuttle test. Dit is dezelfde test als de shuttle swim test, alleen bij deze test zijn er rustmomenten ingebouwd. Deze test is erg belangrijk voor waterpolo aangezien het een sport is met veel tempowisselingen.
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
Het derde domein omvat de technische vaardigheden. Hierbij wordt gekeken naar zwemsnelheid, werpsnelheid en werpnauwkeurigheid. Bij zwemsnelheid zwemt de speler zonder afzet zo snel mogelijk 12.5 meter. Bij werpsnelheid werpt een speler zo hard mogelijk op doel. Bij werpnauwkeurigheid moet de speler op een van tevoren aangewezen deel van het doel mikken. Werpsnelheid en werpnauwkeurigheid zijn natuurlijk erg belangrijk om te scoren en hierdoor ook om de wedstrijd te winnen.
Bij het vierde domein gaat het om de tactische vaardigheden. Hierbij krijgt de speler op een scherm voor zich een scenario te zien. De speler is de persoon met de bal en hij moet kiezen welke optie hij het beste vindt. Dit kan zijn de bal aan één van de teamgenoten afspelen of zelf de bal behouden. Een coach/trainer heeft van tevoren bepaald wat de beste optie is, de op één na beste optie enzovoort. Dit levert een score op die laat zien hoe goed de speler is in tactische vaardigheden.
Het laatste domein bevat de psychologische eigenschappen. De speler krijgt verschillende vragenlijsten over hoe gemotiveerd en zelfverzekerd hij is. Ook wordt ‘coping’ gemeten, hiermee meet je hoe iemand met tegenslagen omgaat. Dit zal veel gebeuren in de carrière van topatleten. Motivatie, zelfverzekerdheid en coping zorgen ervoor dat de speler stevig in zijn schoenen staat. Hierdoor zal hij harder trainen en heeft hij dus meer kans heeft om de top te halen.
Het eindproduct
Wanneer alle testen zijn uitgevoerd kan de coach gemakkelijk zien welke spelers goed scoren op welke domeinen. Wanneer een speler bijvoorbeeld minder scoort op technische vaardigheden kan hierop getraind worden. Na het trainingsprogramma kan de test weer opnieuw afgenomen worden, hierdoor kan worden gekeken of het trainingsprogramma effectief is. Op deze manier kunnen de talenten zich optimaler ontwikkelen en mogelijk later topspelers worden. Dit helpt Nederland een hoger niveau te bereiken in het waterpolo.
Toekomst
Als de testbatterij vaak is gebruikt in de praktijk, kunnen er referentiewaarden gemaakt worden. Dit zijn waarden die laten zien wanneer iemand goed, gemiddeld of slecht is op een bepaald domein. Deze kunnen onder andere gebruikt worden voor talentherkenning en selectiedoeleinden. Zo hebben coaches/trainers een richtlijn voor de verschillende vaardigheden en krijgen ze inzicht in het niveau waar de talenten aan moeten voldoen. Op deze manier kan de coach een goede keuze maken over welke talenten deze in zijn selectie wil hebben. Meer weten? Neem contact met ons op!
Geef een reactie