
De Braziliaan Washington Rodrigues is een radiolista, een radioverslaggever. Hij verslaat alle wedstrijden van Flamengo, een van de grootste clubs van het land. Hij is eigenlijk een fanatiek supporter met een microfoon. Toen de club in 1995 in de problemen zat, en de trainer ontslagen was, vroeg de voorzitter aan Washington of hij de nieuwe trainer wilde worden. De ‘Jack van Gelder’ van Brazilië aarzelde niet. Hij kreeg een contract van vier maanden en behield met zijn club een plaats in de hoogste klasse. Vier jaar later herhaalde hij die truc nog een keer.
Zo’n hilarisch voorbeeld is leuk, maar zegt op zijn beurt ook weer helemaal niks. Je bent geneigd om te zeggen dat een voetbaltrainer dus helemaal niet belangrijk is. Of dat het trainersvak niets voorstelt. Zegt het aantal hamstringblessures bij Ajax bijvoorbeeld iets over het vakmanschap van Frank de Boer? Of over dat van zijn looptrainers? Is Ronald Koeman, ex-coach van PSV, Ajax en AZ, door zijn successen bij Feyenoord nu wel of niet een bovengemiddeld goede trainer?
De afgelopen weken zagen diverse voetbalcoaches de gevreesde ontslagbrief op de mat vallen. Clubs in degradatienood pleegden de noodgreep. Met een nieuwe trainer wandelt er nieuwe hoop het veld op. Het is een even mooie als lelijke herhaling van zetten in de professionele sport.
Onderzoeken over de effecten van trainerswisselingen spreken elkaar tegen. Het ene onderzoek berekent dat het zin heeft om de trainer eruit te gooien, een ander beweert het tegenovergestelde. Het blijft dus koffiedik dijken en dat is best lastig voor iets dat honderdduizenden euro’s kost.
Er zijn duizenden interessante vragen over een vak dat veel aandacht krijgt en dat door de enorme hoeveelheid invloeden en variabelen zeer lastig te analyseren is. Misschien zijn daarom al die kletsprogramma’s op tv wel zo populair, iedereen mag en kan er zijn ding van vinden.
Er bestaat natuurlijk niet zoiets als een ideale coach. Guus Hiddink was een tijdje de meest succesvolle voetbalcoach van de wereld – hij behaalde in al die jaren overigens erg weinig prijzen – maar sinds een paar jaar valt het met die successen ook wel tegen. Phil Jackson dan, de Amerikaan die de Chicago Bulls en de LA Lakers naar menig titel bracht? Amerikanen berekenen dan een keurig percentage, zoveel wedstrijden gespeeld en zoveel duels gewonnen. Jackson komt uit op een percentage van .704. Zou dat betekenen dat hij iets meer dan zeven op de tien wedstrijden won? Knap.
Een coach in de professionele sport wordt allereerst beoordeeld naar zijn prestaties, laat dat duidelijk zijn. Ruud Gullit was vrijwel zeker geen goede voetbaltrainer, hij werd te vaak ontslagen en zijn successen zijn op de vingers van één hand te tellen.
En nu hebben we het hier alleen nog maar over voetbalcoaches van de grote clubs. Hoe zit het eigenlijk met talentencoaches? Is daar een opleiding voor? Veel sporten zitten volgens mij nog steeds vast aan het adagium: bij de jeugd beginnen en dan doorstromen naar de senioren. Maar is dat wel terecht?
Zou het niet een prachtige opdracht zijn om bij elke sportbond een vragenlijst te bedenken aan de hand waarvan je een coach kunt beoordelen? En zou het dan niet heel erg logisch zijn dat er onderscheid wordt gemaakt tussen de seniorencoach en die van de talenten? De vraag stellen is hem beantwoorden.
Geef een reactie