
Tijdens mijn eerste bezoek aan EASM (European Sport Management conference), vorige maand, werd ik in de gelegenheid gesteld om ons werk over de waarde van additionele beweging door deelnemers aan sportevenementen te presenteren tegenover een internationaal publiek van onderzoekers en mensen uit de praktijk. Dit jaar was Malmö, de op twee na grootste stad van Zweden, de plaats van bestemming.
Tijdens de presentatiesessies werd mij duidelijk dat we in Nederland goed en innoverend onderzoek uitvoeren over de waarde van sport. Zo waren er meerdere Nederlandse collega’s van onder andere het Mulier Instituut die ook hun werk kwamen presenteren. Uit de reacties van het publiek was op te maken dat andere onderzoekers in hun land eveneens zoekende zijn hoe de waarde van sport het beste kan worden vertaald in concreet meetbare maten en begrippen. Daarbij viel ons toegepaste onderzoek bij sportevenementen in de smaak, omdat het een handvat biedt om de waarde van extra of additionele beweging uit te drukken in gemaakte gezondheidswinst.
Deze informatie geeft zowel organisatoren als subsidieverstrekkers inzicht over de meerwaarde van extra beweegminuten die gemaakt zijn tijdens de voorbereiding van een sportevenement. Deze beweging wordt additioneel genoemd als de deelnemers minder actief zouden zijn geweest zonder het evenement en als zij voor de start van de voorbereiding onvoldoende actief waren. Daarom zijn deze extra beweegminuten van waarde voor de deelnemers zelf, maar uiteindelijk ook voor de maatschappij, doordat voldoende beweging bewezen effecten heeft op de gezondheid.
Samen met collega Rianne Kannekens van team Talent, die een mooie presentatie gaf over het meten van motorische vaardigheden van kinderen, kwam ik in tijdens een netwerkavond in gesprek met enkele onderzoekers uit België, Zweden en Denemarken. Velen van hen gaven blijk van hun interesse, omdat ook bij hen (lokale) overheidsinstanties behoefte hebben aan dergelijke info bij de evaluatie en de verdeling van subsidies aan grotere sportevenementen. Een kritische kanttekening was wel dat ons meetinstrument eerst beter gevalideerd moet worden. Dit vormt een mooie uitdaging voor het resterende studiejaar.
Meer informatie over het congres en de gepresenteerde onderzoeken zijn te vinden op de website. Vragen of suggesties zijn natuurlijk ook welkom tijdens een kop koffie.
Simon van Genderen (PhD) is docent en onderzoeker op het expertisegebied Sports Economics & Strategic Sports Management (SESS). Hij is werkzaam voor het HAN Sports Economics Research Centre (SERC) en doceert binnen de opleiding Sportkunde en de minor Sporteconomie. Daarnaast is Simon betrokken bij de ontwikkeling van richtlijnen omtrent het meten van de gezondheidswaarde van sport binnen de evaluatie van sportevenementen.
Geef een reactie