
De volleybalbond is in 2014 samen met het HAN Centre of Expertise Sport & Talent en InnoSportLab Papendal een onderzoekstraject gestart met de vraag hoe identificatie en ontwikkeling van talent geoptimaliseerd kan worden. In dit traject worden talentvolle meisjes langere tijd gevolgd waarbij veel verschillende factoren worden gemeten die belangrijk zijn voor het herkennen of ontwikkelen van talent. Hierbij valt te denken aan lengte en fysieke prestaties, maar ook aan motivatie, doeloriëntatie, zelfregulatie, cognitief functioneren en (biologische) leeftijd. In deze blog bespreken we de rol van (biologische) leeftijd in de selectie van volleybal speelsters..
Onderzoek
Om prestatie op een bepaald moment in te kaderen is leeftijd van belang. Bij leeftijd spelen de volgende twee aspecten een belangrijke rol: allereerst is het bekend dat bij veel teamsporten er een geboortemaandeffect aanwezig is, daarnaast speelt de biologische leeftijd een rol.
Het geboortemaandeffect wil zeggen dat kinderen die in hun lichting relatief oud zijn een grotere kans hebben om geselecteerd te worden en/of de top in hun sport te bereiken. In het volleybal, waarbij de internationale cut-off datum 1 januari is, zou dat betekenen dat het nadelig is voor de kans om de top te bereiken wanneer je later in het jaar geboren bent (bijvoorbeeld in december). Daar bij speelt dat er bij Regionale Talentcentra ’s (RTC’s) gewerkt wordt met cohorten van twee kalenderjaren, aansluitend op de internationale richtlijnen, wat dit effect mogelijk versterkt. Om het geboortemaandeffect te bepalen zijn de cohorten onder 12 jaar, onder 14 jaar en onder 16 jaar eerst in vier (één jaarlijkse cohorten), en daarna in acht geboortekwartalen verdeeld (tweejaarlijkse cohorten). Vervolgens is berekend hoeveel procent van dat cohort (bijvoorbeeld onder 12 ) is geselecteerd per kwartaal. Lees ook geboortemaandeffect.
De biologische leeftijd geeft aan in hoeverre het lichaam van het kind gerijpt of ontwikkeld is. Er zijn in de mate van ontwikkeling grote verschillen tussen kinderen met dezelfde kalenderleeftijd mogelijk, vooral bij leeftijden rond de groeispurt.
Voor het benaderen van de biologische leeftijd is de verhouding tussen de zithoogte en de totale lengte bepaald voor alle RTC meisjes die in de leeftijdscategorie onder 12 vallen. Met een formule kan vervolgens een schatting worden gemaakt van de leeftijd waarop het kind op het hoogtepunt van de groeispurt (‘Age at Peak Height Velocity ‘(APHV) is en kan de afwijking tot de gemiddelde groeispurt bepaald worden. Kinderen waarbij de APHV meer dan 1 jaar eerder of later dan gemiddeld optreed, worden het respectievelijk vroegrijpers of laatrijpers genoemd.
Resultaten onderzoek
Uit het onderzoek bij de regionale talentcentra (N= 456) blijkt dat er inderdaad een (groot) geboortemaandeffect optreedt bij zowel talenten onder 12 als onder 14 (figuur 1.)
Als er gekeken wordt naar biologische leeftijd blijkt dat bijna 20% van de geselecteerde speelsters van meisjes onder 12 vroegrijp is. Er blijken geen speelsters laatrijp zijn. Dit is een sterke indicatie dat kinderen die achter lopen in fysieke ontwikkeling een kleinere kans hebben om geselecteerd te worden.
Conclusies
Er kan geconcludeerd worden dat de kans om geselecteerd te worden beïnvloed wordt door zowel geboortemaand als rijping. Dit lijkt te bevestigen dat bij selectie van speelsters vooral gekeken wordt naar prestatie op een bepaald moment en minder naar de potentie die speelsters hebben.
Dit is niet wenselijk omdat op deze manier mogelijk niet de juiste talenten vanaf jonge leeftijd worden geselecteerd. Het kan zijn dat daardoor relatief oudere en/of vroeger rijpe maar minder talentvolle speelsters wél worden geselecteerd en relatief jonge en/of laatrijpe talenten worden gemist. Het zou eerlijker zijn om in de selectie rekening te houden met kalenderleeftijd, trainingshistorie én biologische leeftijd. Op deze manier wordt de kans vergroot om de juiste talenten te selecteren. Op basis van deze blog worden de volgende aanbevelingen gedaan voor trainers:
- Bereken voor de selectiegroepen van de vereniging of er een geboortemaandeffect optreedt;
- Houd bij het selecteren van spelers rekening met vroegrijpe en laatrijpe spelers en bied laatrijpe spelers een gelijke kans om geselecteerd te worden (ondanks dat ze achterlopen in fysieke ontwikkeling).
Deze blog is geschreven aan de hand van een artikel uit Volley Techno 3. September 2015 geschreven door John Willems en Maarten van der Meulen.
Voor verder informatie over het geboortemaandeffect binnen het volleybal kunt u contact opnemen met John Willems (john.willems@han.nl)
Geef een reactie